Scheepvaart kan en moet veiliger

Het jaar 2022 heeft een roerige start voor de gebruikers van de Noordzee en Waddenzee veroorzaakt. Binnen een week zijn twee vrachtschepen serieus in de problemen gekomen. Dit brengt risico’s voor zowel de veiligheid als het milieu. KIMO pleit al een aantal jaren voor een betere scheepvaartveiligheid om dergelijke situaties te voorkomen.

Het eerste incident betrof de Julietta D. De opvarenden moesten per helikopter geëvacueerd worden nadat het schip door storm Corrie in de moeilijkheden kwam. Het sloeg op drift en ramde een ander schip voor de kust van IJmuiden. Hierbij kreeg het schip een gat in de romp en dreef af richting een windmolenpark. Het andere schip kwam met de schrik vrij. Niettemin bewijst deze situatie dat veiligheid op zee nog altijd verbetering behoeft: was de Julietta D beladen geweest met containers, had dit een nieuwe ecologische ramp kunnen betekenen.

Vervolgens liep de Maersk Mumbai, een van de grootste containerschepen ter wereld met een lengte van 400 meter en een capaciteit van ruim 20.000 containers, in dezelfde week vast bij het Duitse Waddeneiland Wangerooge. Speciale Emergency Towing Vessels (ETV’s) moesten uitrukken om de situatie onder controle te krijgen.

Beide incidenten doen denken aan de containerramp met de MSC Zoe, iets meer dan drie jaar geleden. Begin januari 2019 voer het containerschip, met een capaciteit van meer dan 19.000 containers zuidwaarts langs de Waddeneilanden toen het in een storm terecht kwam. In deze storm verloor het schip 342 containers. Deltares heeft onderzoek verricht naar de specifieke toedracht van het containerverlies en kwam tot de conclusie dat grote (container)schepen in ondiep water gedurende een storm kan leiden tot dergelijk containerverlies. De Waddeneilanden, stranden en zeeën raakten overspoeld met afval en de gevolgen zijn tot vandaag merkbaar.

KIMO Nederland en België, de vereniging van Nederlandse kustgemeenten, heeft destijds gepleit voor steviger regels voor containervervoer middels een brief met aanbevelingen aan de betrokken minister. Een van de aanbevelingen luidt het beheren van de scheepvaartroutes bij onstuimig weer. In zo’n geval zou dan de kustwacht schepen ‘niet vrijblijvend’ mogen begeleiden naar scheepvaartroutes verder uit de kust. Dit zijn diepere wateren waardoor contact met de zeebodem voorkomen kan worden en daarmee het risico op containerverlies verkleind wordt. De Onderzoeksraad voor Veiligheid komt in hun onderzoek tot overeenkomstig advies. Zo ziet KIMO niet alleen een winst in scheepvaartveiligheid, maar ook een schoner milieu.

Het programma Fishing for Litter, door KIMO geleid, heeft als doel dat vissers hun op zee gevangen afval vrijwillig aan boord opslaan en in de haven afgeven. Vele vissers geven hier graag gehoor aan en dragen zo bij aan een schonere zee. Tijdens de nasleep van MSC Zoe was het gevolg van 342 verloren containers dan ook direct zichtbaar. De hoeveelheid aan land gebracht afval steeg binnen een jaar met enkele honderden tonnen. Nog steeds wordt er wekelijks afval, afkomstig van de MSC Zoe, aan land gebracht.

Het is om deze reden dat KIMO de afgelopen week een aantal onprettige déjà vu-momenten meemaakte en de noodzaak ziet om meer aandacht te vragen voor een veilig (container)transport over zee. Alleen opruimen van maritiem afval is onvoldoende: het voorkomen van containerverlies en andere afvallozingen in zee is ten minste zo belangrijk. Voorkomen is immers beter dan genezen.

(fotobron: Aerospace Intelligence)