Op 11 februari verloor containerschip OOCL Rauma zeven containers in de Noordzee op de scheepvaartroute boven de Waddeneilanden. Het stormde die dinsdag en er waren hoge golven. Het vrachtschip maakte gebruik van de route het dichtst bij de eilanden toen ze in de middag melding maakte van het verlies (live blog van de Kustwacht). De verloren lading van de OOCL Rauma is deels aangespoeld op de Deense kust (nieuwsbericht van RTV-Noord dd 20 februari en Leeuwarder Courant dd 19 februari).
Sluiting zuidelijke vaarroute
Deze gebeurtenis is niet vergelijkbaar met de ramp met de MSC Zoë vorig jaar, toen 342 overboord gingen.(Leeuwarder Courant, dd 11 februari). Het wakkert wel de discussie aan of we vrachtschepen kunnen verplichten bij zwaar weer de noordelijke scheepvaartroute te varen. De procedure om dit voor elkaar te krijgen, zal jaren gaan duren.
De Kustwacht vraagt kapiteins van schepen 300 meter als lengtegrens, en 40 meter als breedtegrens, bij een golfhoogte van 5 meter of meer de zuidelijke vaarroute te mijden en de noordelijke te kiezen. Ook heeft de Kustwacht haar waarschuwing algemeen bekend gemaakt via een aantekening op de elektronische zeekaarten. Er wordt momenteel onderzoek gedaan door MARIN om meer inzicht te krijgen in de risico’s van grote containerschepen onder verschillende weersomstandigheden boven de Wadden. Nederland kan niet eenzijdig besluiten over de zuidelijke vaarroute. Duitsland is niet bereid schepen actief te waarschuwen en wacht op de uitkomst van onderzoeken. De verkeersbaan van oost naar west heeft een grotere diepte dan de verkeersbaan van west naar oost. De meeste vrachtschepen volgen gelukkig het advies van de kustwacht.
Op 17 november heeft de kamer een motie aangenomen om te onderzoeken of het mogelijk is om de zuidelijke vaarroute permanent af te sluiten voor grote containerschepen. De minister reageert hierop in haar brief van 23 januari 2020:
Sluiting van de Zuidelijke vaarroute is alleen mogelijk door gezamenlijk met Duitsland een voorstel in te dienen bij IMO.
Bolletjestop
In de brief gaat de minister ook in op de vraag of plastic korrels aangemerkt kunnen worden als gevaarlijke goederen. Voor gevaarlijke stoffen geldt het GHS systeem van de VN. Plastic granulaat kan volgens de criteria niet worden opgenomen als gevaarlijke stof en daarmee ook niet als IMDG-code. Plastic hoort echter niet in het mariene milieu en daarvoor is het IMO actieplan marien plastic zwerfvuil. Tijdens de ‘Bolletjestop’ die op 16 december 2019 plaatsvond op Schiermonnikoog is wel afgesproken dat de plastic bolletjes van de MSC Zoë zo goed mogelijk worden opgeruimd. Inmiddels is door de verzekeraar van MSC, in samenspraak met Natuurmonumenten, opdracht gegeven aan een gespecialiseerd opruimbedrijf om op verschillende locaties op Schiermonnikoog de plastic bolletjes op te ruimen.
OOCL Rauma
Naar aanleiding van de verloren containers van de OOCL Rauma informeert de Minister de kamer hierover in een brief dd 21 februari 2020. In het kort vermeldt zij in deze brief: Op 11 en 12 februari 2020 verloor containerschip OOCL Rauma zeven containers: drie met papier en karton, twee met melkpoeder en twee met machineonderdelen voor papiermachines. Er is direct actie ondernomen met schepen en vliegtuigen na het incident. De eigenaar van het schip wordt verantwoordelijk gehouden voor het opruimen van alle verloren containers en de daaruit afkomstige zaken.