Hot Spot Net Catching

Op 2 januari 2019 verloor de MSC Zoë boven de Waddeneilanden een deel van haar containerlading De grote en zichtbare spullen zijn geborgen, maar op de zeebodem liggen ook veel kleinere, losse spullen. In juli en augustus hebben de vissersschepen LO28 en de Friendship in opdracht van Rijkswaterstaat met versterkte netten het kleinere materiaal opgevist. Dit heeft totaal 15.000 kilo aan MSC Zoë-afval opgeleverd. Als vervolg op deze pilot heeft Rijkswaterstaat MSC gesommeerd nog ongeveer 30 plekken in de Noordzee te onderzoeken. Het zijn plekken waar afval ligt. Als dit van de Zoë blijkt te zijn, moet MSC het opruimen.

Rijkswaterstaat startte begin jullie met de pilot Hot Spot Net Catching. Het was de eerste keer dat deze manier van bergen wordt ingezet. Hierbij wordt op drie specifieke plaatsen in de scheepvaartroute op de Noordzee boven de Waddeneilanden op klein afval op of net onder de zeebodem gevist. Dit is 1 van de maatregelen die is genomen in overleg met de verantwoordelijke reder. De drie gekozen locaties worden gezien als hot spots, omdat daar in de nacht van 2 januari 2019 de meeste containers overboord zijn geslagen.

Voor het vuilvissen werd op de bodem gevist met de boomkor, met aangepaste netten. Heel wijdmazig, met een bijzondere kuil. Het net is ontwikkeld samen met Nettenmakerij Urk. Het is op zee zoeken naar de juiste vissnelheid voor een optimale waterstroom in het net om het vuil boven te kunnen halen. Gedurende de werkzaamheden werd het vissersschip bijgestaan door een guardschip om de veiligheid van de bemanning en het schip en de langsvarende schepen te bewaken. De opgeviste troep bestond uit onder meer grasmaaiers, stepjes, koffers, klapstoelen, pannensets en delen van de Zoë-containers. Het meeste opgeviste afval was afkomstig van MSC Zoë.

Het afval is aan wal gebracht in de haven van Terschelling en is daar door Rijkswaterstaat onderzocht.

Lees ook deze artikelen:
Leeuwarder Courant – 16 september
Rijkswaterstaat – 20 augustus
Visserijnieuws – 27 juli

BACK